Essay Adriaan de Regt voor solo Hester Scheurwater bij Heden Den Haag 1999
In het beschouwen van het werk van de jonge kunstenares Hester Scheurwater heeft het geen zin beschrijvend of categoriserend te zijn, omdat haar werk nog zo sterk in ontwikkeling is.
De installatie die zij voor de Artotheek Den Haag maakt, is niet een ‘werk’ dat uit de kast wordt gehaald en tentoongesteld.Het werk wordt ter plekke samengesteld. Pas op het laatste moment vallen de stukjes van de puzzel op zijn plek. De ‘stukjes’ zijn bekend. De ‘beelden’, ‘images’ die ze gebruikt, waarin haar eigen lichaam centraal staat en de manier van ontstaan zijn bekend. Maar wat de uiteindelijke inzet is in de installatie voor de Artotheek Den Haag weet ook Hester pas op het laatste moment. Het is geen ideetje dat ze ten uitvoer brengt, maar de ervaring van het werken met deze zelf vervaardigde videobeelden, haar proces met deze verzameling videobeelden door de tijd heen, de mogelijke ritmes waarin de beelden ten opzichte van elkaar worden gemonteerd en de mogelijkheden van de specifieke ruimte van de Artotheek bepalen uiteindelijk wat de toeschouwer te zien krijgt. En misschien bepaalt uiteindelijk de toeschouwer zelf wat hij werkelijk durft te zien.
Geen beschrijving van haar werk maar eerder vragen en mogelijke verbindingen met andere kunstenaars. Invalshoeken van waaruit je haar werk kan beschouwen zonder dwingend te willen zijn.
‘It hurts, l can’t feel anything’.
Wat bij veel video-installaties van kunstenaars en in werk van videojockeys opvalt, is de herhaling van beelden.
Wat kan de functie zijn van deze herhaalde beelden?
In relatie tot het werk van Andy Warhol is dat repetitieve uitgelegd als het uitputten van betekenissen en een mogelijke bescherming tegen te geposeerde beelden, tegen aanstellerij. Warhol gebruikte onder andere foto’s van afschuwelijke ongevallen. Door het beeld naast elkaar en onder elkaar te herhalen verdwijnt het effect van het afschuwelijke. Zoals een herhaalde voorstelling op behangpapier tot een decoratief element verwordt. In relatie tot herhalingen is ook Freud een aardige bron. Freud meende een functie van herhaling te zien in relatie tot trauma’s. Herhaling van traumatische gebeurtenissen (in actie, droom of beelden) integreren volgens Freud de gebeurtenis in de psychische wereld, in een symbolische orde. Warhol gebruikte foto’s van afschuwelijke gebeurtenissen en door de herhaling ging het effect daarvan verloren. Hester Scheurwater niet, zij gebruikt ‘beelden’ die zonder vooropgezet plan zijn ontstaan door met het eigen lichaam voor de camera te bewegen en daar elementen aan toe te voegen als spuwen en likken. Bijvoorbeeld in de installatie voor galerie de Fietsenstalling in 1996 te Den Haag werkte zij met een vaste cameraopstelling waarboven zij bewoog. Door de manier van installeren en door de herhaling van beweging en beelden ontstond bij veel toeschouwers een erotische impact.
Wat kan dit repetitieve voor functie hebben in het werk van Hester Scheurwater? Bij Warhol wordt de afschuwelijke impact van het beeld ontdaan door de herhaling, bij Hester Scheurwater gebeurt het tegenovergestelde. Door de herhaling van beelden ontstaat juist een traumatisch effect.
Hester Scheurwater schrijft over haar werk: “Ik confronteer de toeschouwer met mijn verlangens en angsten, thema’s in mijn werk zijn erotiek, afstandelijkheid, angst en intimiteit”.
De vitaliteit van het traumatische.
De verzameling videoshots zijn ontstaan zonder vooropgezet plan voor de camera. De camera had in eerder werk een vast standpunt. Tijdens een workshop bij Nan Hoover is Hester Scheurwater overgestapt op los uit de hand filmen. Het maken van de shots is een letterlijke en figuurlijke worsteling om tot beelden te komen die een zekere impact hebben. De herhaling van de beelden moet een te geposeerd effect voorkomen. Kan de mate van impact van een shot te maken hebben met de twijfel die het werk bij de toeschouwer op kan roepen, de twijfel of het effect in het beeld zit of uit de persoon van de toeschouwer zelf komt? Met andere woorden, heeft de impact te maken met de kracht of de vitaliteit van de wond van het traumatische?
In relatie tot het werk van Cindy Sherman is deze spanning aardig omschreven. In: “l see myself seeing myself” ontstaat een verschil tussen ‘the imagined and the actual body’. Deze kloof tussen verbeeld- en feitelijk lichaam wordt pervers als de beelden psychotisch worden. Deze perversheid wordt opgevoerd door groteske elementen als bloed, sexuele ontlading, braaksel, dood en verderf te gebruiken.
In het werk van Frans Zwartjes en in het werk van zijn vele leerlingen (waaronder Hester) zijn deze elementen vaak te herkennen.
Ook in het werk van Hester zijn deze elementen aanwezig zoals horrorachtige shots met insecten die uit het lichaam te voorschijn komen. Is het juist dit psychotische en groteske wat haar beelden die spanning geeft zodat wij toeschouwers er mee verder kunnen gaan in onze fantasie of onze ‘trauma’s’?
‘Obscene’.
Uit de verzameling shots worden uiteindelijk die beelden gekozen die op een bepaalde plek en in een bepaalde samenhang die impact bereiken die Hester Scheurwater op dat specifieke moment wil uitproberen op de toeschouwers. De beelden die Hester Scheurwater uit haar verzameling haalt zijn gemaakt als voorstelling zonder scène, zonder tafereel, decor of landschap, ze representeren niets, ze stellen niets voor, ze zijn obscene. Er is geen draaiboek, geen scenario. Wat de beelden willen voorstellen is zonder scène. Deze beelden zonder scène worden door Hester Scheurwater in haar installatie als het ware op ‘een podium’ gezet als object voor de toeschouwer. Om een impact te bereiken kan door herhaling een traumatisch effect bereikt worden. Het effect kan worden versterkt door groteske, psychotische en perverse ‘beelden’ te gebruiken. Is er een onderscheid te maken met ‘obscene’ beelden van de pornografische voorstelling?
Komt de voorstelling (het werk dat Hester Scheurwater neerzet) zonder scène (obscene) uit boven het obscene van de pornografische voorstelling? Naar mijn idee zit het verschil juist in de kracht van het traumatisch effect dat wordt bereikt door herhaling en verhoogd door perverse, psychotische en groteske elementen. Het traumatisch effect brengt het werk dicht bij de toeschouwer, terwijl in de pornografische voorstelling het object zo wordt neergezet dat de toeschouwer voldoende afstand heeft om voyeur te zijn.
Adriaan de Regt, Den Haag 7 januari 1999 (2010)
Adriaan de Regt is directeur van het Stedelijk Museum Zwolle